woensdag 3 december 2014

Altijd appeltaart


Appeltaart is altijd goed.  Als ik in een dagboek alle momenten dat ik een appeltaart bakte had bijgehouden, had ik nu een uitgebreid verslag van feestelijke gelegenheden van bijna heel mijn leven. 

Het begon met het helpen van mijn moeder, die al zo lang ik weet een appelcake in springvorm bakt. Laag vloeibaar beslag, laag appels met suiker en veel kaneel, laag beslag. Hij kwam regelmatig zwart verbrand en ongaar uit de oven. We schraapten de bovenkant er een beetje af, strooiden er ruimschoots camouflagepoedersuiker over en aten 'm met smaak op. Pas veel later zijn we gaan experimenteren met de bakomstandigheden en kwamen uit op een (veel!) lagere temperatuur en langere baktijd.  

Eenmaal op kamers met een bescheiden boekenplankje eigen kookboeken, ontdekte ik dat een traditionele appeltaart van deeg wordt gemaakt met een raster bovenop. Aanvankelijk rolde ik slierten met de hand; ongelijk van dikte en lengte. Zodra ik me uit mijn studentenbudget een fatsoenlijke deegroller kon veroorloven, kon ik mijn techniek verbeteren. Tot slot bleken een digitale keukenweegschaal en een oventhermometer onmisbaar.

De receptuur staat niet vast. Vaak ga ik uit van het basisrecept uit de Kookook (p. 302, achtste druk) en varieer ik met noten, gember of een extra vruchten van het seizoen. Maar de basis blijft appel met suiker en kaneel. Want sommige dingen mogen niet veranderen, een leven lang.